Ingrediënten voor circa 20 stuks:
– 500g halfvolle melk
– 17g gedroogde gist (of 50g verse)
– 1 ei
– 500g bloem
– 50g roomboter
– 10g zout
– 308g rozijnen
– 2 middelgrote appels
– Zonnebloemolie voor het frituren
– Poedersuiker voor erbij
Verwarm 425g melk tot lauwwarm en los de gist hierin op door met een garde goed door te roeren. Roer het ei er ook doorheen.
Giet het beslag over in je beslagkom en voeg de bloem toe. Mix dit goed door met de mixer. Wanneer het beslag glad is geworden, giet je voorzichtig de overige melk erbij, mix kort door en smelt ondertussen de boter. Voer nu ook de boter en het zout toe en mix nog 15 minuten goed door.
Terwijl de mixer draait (als je een stand mixer hebt tenminste, anders kun je deze stap beter als eerste doen), wel je de rozijnen in kokend water. Laat dit staan. Schil ondertussen de appels en verwijder het klokhuis. Snijd in kleine blokjes (dan verdeelt het beter in het beslag).
Wanneer het beslag goed gemixt is, meng je met een spatel voorzichtig de rozijnen en appelstukjes erdoor.
Nu ga je het beslag 30 tot 45 minuten laten rijzen, totdat het min of meer verdubbeld is in hoeveelheid. De ideale temperatuur hiervoor is 28 graden. Zorg dat je de beslagkom afdekt met een vochtige theedoek tijdens het rijzen. Heb je net als ik een stoomoven? Dan zit hier waarschijnlijk een speciale deegrijs stand op. Deze gebruikte ik, in combinatie met de laagst mogelijke temperatuur (bij mij 30 graden) en voor 30 minuten. In de stoomoven hoef je het beslag niet af te dekken met een vochtige doek, maar gebruik je hiervoor plastic huishoudfolie.
Spatel het beslag nog het rijzen goed door en laat dan nog 3 minuten rusten. Verhit de frituurpan met zonnebloemolie tot 180 graden. Schep nu met 2 lepels of een oliebollentang (of een ijsknijper voor kleinere bollen) bollen van het beslag in de olie, zoveel als er naast elkaar in de pan passen. Keer de ballen tijdens het bakken af en toe om zodat ze mooi egaal bruin worden. Als ze overal goudbruin zijn, dan zijn de bollen goed. Laat uitlekken in een met keukenpapier beklede kom of zeef. Eet ze bestrooid met poedersuiker. De oliebollen zijn warm het lekkerst, maar je kunt ze ook koud eten of later nog even opwarmen in de oven (paar minuten op 180 graden).
Bron: De banketbakker – Cees Holtkamp
Vier jaar geleden bakte onze onderbuurman in Amsterdam enorm lekkere oliebollen voor oud & nieuw. Dit waren met stip de beste die ik ooit gegeten heb en hij vertelde dat het recept kwam van Holtkamp. Ik besloot dat boek voor mijn verjaardag te vragen in het jaar daarop. Hoewel ik zelden een recept uit een kookboek maak, wilde ik hier wel een uitzondering voor maken want behalve de oliebollen wilde ik sowieso ook de citroen meringue van Holtkamp proberen. Het eerste jaar dat we in Driebergen woonden, bakten we voor het eerst zelf oliebollen, naar recept van Holtkamp uiteraard. Ze waren weer erg lekker.
Vorig jaar hadden we geen zin het “gedoe” dus kochten we oliebollen bij de bakker maar die vonden we enorm tegenvallen. Zelfgebakken oliebollen zijn vaak toch het lekkerst. Daarom besloten we dit jaar weer zelf te bakken. Vandaag mocht Dex afzwemmen voor diploma C dus bakten we alvast een eerste batch, voor bij de koffie/thee/champagne én om aan de familie mee te geven. En extra handig: daarom kan ik alvast het recept met jullie delen, ruim op tijd voor Oud op Nieuw. Wij gaan morgen bakken voor onszelf en een aantal buren. Heb er nu al weer zin in, want die oliebol van vanmiddag smaakte zeker naar meer. Fijne jaarwisseling lieve lezers!